Frederika Wilhelmina Wijsenbeek werd geboren op 28 juli 1919 te Rotterdam waar zij een diploma HBS-A haalde op het Rotterdams Lyceum. Haar jonge carrière werd grof onderbroken door het uitbreken van de tweede wereldoorlog. In 1942 trouwde ze met een ster op haar jurk genaaid met Eduard Hartog Cohen waarna ze meteen in onderduik gingen. In 1943 vluchtte ze met haar kersverse echtgenoot naar Zwitserland. De ontzetting en het verdriet over die tijd is - bewust of onbewust - gekropen in veel van de werken die ze later gemaakt heeft.
In 1938 ging ze in de leer bij Sierk Schröder, waarna ze haar opleiding tot kunstschilder afrondde aan de Slade School of Art in London en de École des Beaux-Arts in Genève. Na haar studie is ze een aantal jaar in de leer geweest bij kunstenaars zoals Paul Citroen maar ook nog bij Sierk Schröder die altijd een hechte vriend bleef. Als moeder van vijf kinderen bleek er maar weinig tijd voor schilderen over. Niettemin was ze in de jaren zestig een tijd onderdeel van het Instituut Ateliers ’63 in Haarlem (met o.a. Marlene Dumas), dat vandaag bekend staat als het kunstenaarsinstituut De Ateliers op de Stadhouderskade in Amsterdam. In die tijd maakte ze veel portretten en landschappen. In de jaren zeventig toen langzamerhand een groot deel van haar kinderen het huis uit waren, begon ze veel meer te schilderen: een reeks portretten van vriendinnen en familie en landschappen met vaak een industriële achtergrond. Een reis naar Indonesië en een langer verblijf in Sierra Leone in 1979 inspireerde haar tot een reeks portretten en landschappen. Naarmate ze ouder werd, kon ze steeds meer haar eigen stijl ontwikkelen en loskomen van haar oorspronkelijke leermeesters. Pas in het laatste jaar van haar leven schilderde ze 12 totaal abstracte werken. In de wetenschap dat er een einde aan haar leven zou komen, vond ze totale vrijheid in haar stijl.
Op deze website vindt u alle nog bekende werken die Frederika tijdens haar leven gemaakt heeft.
